
Lees verder
Nederland kent ruim een half miljoen familiebedrijven. Veel ondernemingen zijn ontstaan en gegroeid uit familie ondernemingen. Philips, Océ en Albert Heijn zijn bekende voorbeelden. Onder historici woedt al jarenlang het 'Family Firm Debate'. Kernvraag in dit debat is welke rol familiebedrijven hebben gespeeld in de economische ontwikkeling na de industrialisatie. Met name de Amerikaan Chandler heeft betoogd dat 'managerial firms', dat wil zeggen bedrijven die niet door families worden geleid, maar door professionele managers, succesvoller en efficiënter zijn geweest. De Nederlandse historica Doreen Arnoldus is een verklaard tegenstander van, in haar woorden, Chandlers generalisaties en het zwart-wit kader van waaruit hij blind is voor de verscheidenheid aan organisatiestructuren en managementstijlen van familiebedrijven. Met familisme, het idee dat ondernemersfamilies hun eigen belangen laten prevaleren boven die van de firma en het daarbij behorende paternalisme, rekent Arnoldus ferm af. Haar proefschrift over de geschiedenis van zes bekende Nederlandse familiebedrijven tussen 1880 en 1970 prikt een aantal cliché' s over familiebedrijven door.