In Wiedentiteit onderzoeken Herman Konings en Raf Cuyvers hoe generaties, identiteit en werkcultuur elkaar beïnvloeden in een snel veranderende samenleving. Het boek biedt een brede verkenning van thema’s als generatieverschillen, dividualisme, diversiteit en leiderschap in de toekomst van werk. Hoewel de auteurs actuele en relevante onderwerpen aansnijden, kent het boek ook enkele zwakkere punten.
vijf generaties
In het eerste hoofdstuk bespreken Konings en Cuyvers de zin en onzin van generationeel denken. Ze maken scherp inzichtelijk dat we de fout maken jongere generaties te vergelijken met onszelf in een latere levensfase, in plaats van met ons jongere zelf. Vervolgens besteden ze ruim aandacht aan het typeren van vijf generaties: babyboomers, Generatie X, millennials, Gen Z en Gen Alfa. Hoewel deze uitgebreide beschrijvingen waardevol zijn, ontstaat verwarring doordat de auteurs geen aandacht besteden aan de vele alternatieve generatie-indelingen die in de literatuur bestaan. De grensjaren en benamingen verschillen vaak, en het ontbreken van een toelichting hierop bemoeilijkt een eenduidig beeld.
rijk gedetailleerd
De beschrijvingen van de generaties zijn rijk gedetailleerd. Zo wordt Gen Z neergezet als een generatie die worstelt met mentale problemen, information overload en afnemende empathie. De auteurs schetsen een alarmerend beeld van de psychische druk waaronder jongeren gebukt gaan, mede als gevolg van social media en doomscrollen. Ook de toenemende religieuze belangstelling en de grote interne diversiteit binnen Gen Z en Gen Alfa komen aan bod. Toch blijven er vragen open over de betrouwbaarheid van sommige bronnen en de onderbouwing van bepaalde trends.
oplossingsrichting
Een interessante oplossingsrichting die de auteurs aandragen is mentoring, inclusief vormen zoals reversed mentoring en multi-mentoring, om generaties beter met elkaar te verbinden. Ze benoemen duidelijke doelen zoals betere samenwerking, hogere retentie en ondersteuning van diversiteit en inclusie. Hiermee reiken ze praktische handvatten aan om generatieverschillen op de werkvloer constructief te benutten.
dividualisme
In het tweede hoofdstuk introduceren de auteurs het concept ‘dividualisme’: de moderne mens beschikt over een repertoire aan identiteiten die flexibel worden ingezet, afhankelijk van de context. Sociale media versterken deze elasticiteit. Jongere generaties, vooral Gen Z, hechten sterk aan authenticiteit en verwachten van werkgevers ruimte voor persoonlijke expressie. De auteurs signaleren terecht dat dit nieuwe uitdagingen meebrengt voor de collectieve identiteit binnen organisaties, zeker nu flexibele werkvormen en het aantal zzp’ers toenemen. Ze benadrukken dat een sterke organisatie-identiteit nodig is om verbondenheid te behouden.
maatwerk
In het derde hoofdstuk komen de thema’s Diversiteit, Equity en Inclusie (D.E.I.) aan bod. Konings en Cuyvers maken duidelijk dat een ‘one size fits all’-aanpak niet werkt en dat maatwerk essentieel is. De koppeling met de Sustainable Development Goals (SDG’s) is logisch, maar de uitwerking van complexe onderwerpen zoals kwaliteitsonderwijs blijft soms oppervlakkig. De verplichte D.E.I.-rapportages vanaf 2026 onderstrepen de urgentie van dit thema, al hadden de auteurs kritischer mogen reflecteren op de spanning tussen individualisering en de behoefte aan een gedeelde organisatiecultuur.
praktijkvoorbeelden
In het vierde hoofdstuk, De Verenigde Staten van Werk, brengen de auteurs vier ‘staten van werk’ in kaart: van werkmotivatie tot toekomstig leiderschap. Ze wijzen terecht op de rol van quiet quitting, de uitdagingen van hybride werken en het belang van informele leerprocessen. Ook het concept van ‘mentale schaft’ – ruimte maken voor rust en welzijn – is waardevol. Inspirerende praktijkvoorbeelden, zoals het vrije vrijdagbeleid van AFAS, illustreren hoe werk en leven beter in balans kunnen komen.
toekomstscenario’s
Het vijfde en laatste hoofdstuk behandelt toekomstscenario’s rond langer doorwerken en levenslang leren. De Scandinavische landen worden gepresenteerd als voorbeeld, met flexibele werktijden en een stevig sociaal vangnet. De auteurs bepleiten dat demotie – een stap terug in de carrière – genormaliseerd zou moeten worden, wat aansluit bij een moderne visie op duurzame inzetbaarheid.
Samenvattend biedt Wiedentiteit een interessante en brede kijk op generaties, identiteit en werk. De kracht van het boek ligt in de rijke thematiek en de praktische handvatten die worden geboden. Tegelijkertijd zorgen het ontbreken van kritische reflectie op generatie-indelingen, enkele oppervlakkige uitwerkingen en het soms wat overdadige detailniveau ervoor dat het boek niet altijd even scherp blijft. Toch is het een relevant werk voor iedereen die inzicht wil krijgen in de dynamiek van werk en identiteit in een snel veranderende wereld.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.