Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

De levenscyclus van familiebedrijven

Dankzij de toegenomen aandacht voor het familiebedrijf komt er ook meer literatuur beschikbaar voor de managers en eigenaren van de meest voorkomende ondernemingsvorm in ons land.

Albert-Jan Thomassen | 17 mei 1998 | 3-5 minuten leestijd

 Tachtig procent van de ondernemingen is immers een familiebedrijf. Adviseurs en andere dienstverleners hebben het familiebedrijf ontdekt als een nieuwe doelgroep. Maar ook directeur-eigenaren en andere leidinggevenden uit het familiebedrijf erkennen het belang van meer kennis over hun vragen en problemen. Het onlangs verschenen boek De levenscyclus van familiebedrijven is één van de eerste boeken die de verschillende typen familiebedrijven bespreekt en ingaat op de specifieke vraagstukken en uitdagingen die elk type tegenkomt. Alles rijk geïllustreerd met praktijkgevallen uit Europa en de Verenigde Staten. De vraag die vaak gesteld wordt is wanneer een onderneming een familiebedrijf is. Deskundigen weten niet altijd goed raad met de bijzondere aard van familiebedrijven en hoe die te vervatten in een eensluidende definitie. Kenmerkend is meestal dat de oprichtende familie de meerderheid van de eigendom in handen heeft en ook actief is in de leiding van de onderneming. Dat het familiebedrijf vaak wordt geassocieerd met 'de winkel op de hoek' is niet terecht.

In Nederland zijn ook legio voorbeelden te noemen van grote familiebedrijven: SHV, C&A, Bavaria, Hunter Douglas, Van Melle enzovoort. De verscheidenheid geeft aan dat de vragen en problemen heel anders kunnen zijn. De oprichter die bijvoorbeeld zijn bedrijf wil overdoen aan zijn dochter zal de opvolging eenvoudiger kunnen regelen dan de tien familie-aandeelhouders die het bedrijf overdragen aan de vijfde generatie van broers, zuster, neven, nichten en zelfs achterneven. De oprichter heeft echter geen ervaring met de emotionele wissel die de opvolging trekt op de familieverhoudingen. De tien familieleden daarentegen zijn allemaal opgegroeid met het bedrijf en als familie hebben zij ervaring opgebouwd met het overdragen van de ene generatie op de andere. Door het aantal betrokkenen en ontstane tradities is de complexiteit en wellicht emotionaliteit nog groter. De diversiteit aan familiebedrijven te ordenen en te bekijken of er overeenkomsten en verschillen zijn tussen verschillende typen familiebedrijven is geen gemakkelijke opgave. Toch zijn de auteurs Kelin Gersick, John Davis, Marion Hampton en Ivan Lansberg erin geslaagd de diversiteit te ordenen. In het eerste deel van het boek beschrijven zij dat een familiebedrijf bestaat uit drie verschillende systemen, elk met eigen belangen, normen en waarden: het familiesysteem, het bedrijfssysteem en het eigendomssysteem. Zij hebben ontdekt, als adviseurs en onderzoekers, dat elk systeem een eigen ontwikkeling doormaakt. De auteurs noemen deze benadering het driedimensionale ontwikkelingsmodel van familiebedrijven. In het tweede deel van het boek beschrijven ze vier klassieke typen familiebedrijven en de dilemma's, problemen en uitdagingen die elk type kent. Telkens wordt een type geïllustreerd met een praktijkgeval en bekeken vanuit de drie invalshoeken: eigendom, bedrijf, familie. De eerste drie typen zijn logisch: het bedrijf van de oprichter en directeur-grootaandeelhouder (DGA), het groeiende familiebedrijf met meerdere betrokken familieleden in de leiding en het complexe familiebedrijf met familie en niet-familieleden die het bedrijf leiden. Het vierde klassieke type is het familiebedrijf in transitie namelijk de opvolging van de oude garde door de jonge generatie. Dit type lijkt niet aan te sluiten bij de ontwikkeling van oprichter tot een complex bedrijf maar de opvolging kent een eigen dynamiek. Gezien de verwachte hausse van bedrijfsopvolgingen de komende jaren is dit type zeer de moeite van het bestuderen waard. Gelukkig onthouden de auteurs zich van allerlei juridische, fiscale en financiële constructies voor de opvolging waar in de Nederlandse literatuur nogal eens de nadruk op ligt. De auteurs gaan in op de kernvragen waar de ondernemer, de opvolgers en de medewerkers mee worstelen en geven nuttige suggesties hoe in het opvolgingsproces beslissingen te nemen. In het derde en laatste deel van het boek worden een aantal structuren en plannen besproken die directeuren en eigenaren kunnen hanteren om effectief leiding te geven aan de onderneming en aan de familie en hoe de continuïteit te waarborgen. Ook schenken zij in het laatste deel aandacht aan de rol van adviseurs. De levenscyclus van familiebedrijven is het lezen waard omdat de auteurs allen een psychologische en een 'business' achtergrond hebben. Daardoor wordt het familiebedrijf zakelijk bekeken maar zij geven ook inzicht in de emotionele en psychologische processen bij en tussen familieleden. Processen die vaak bepalend zijn voor het succes en falen van een familiebedrijf.

Over Albert-Jan Thomassen
Drs. A.J. Thomassen is directeur van het Centrum van het Familiebedrijf, een onafhankelijk kenniscentrum voor familiebedrijven dat is gevestigd op de Katholieke Universiteit Brabant in Tilburg.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Kelin Gersick, John Davis, Marion McCollom Hampton
De levenscyclus van familiebedrijven

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden